Home
24 uurs dienst
GrensVrijheid
De brieven

Beste C,

Eind mei 2005 organiseerden we een ‘24 uurs dienst’. Jij was een drijvende kracht. Ik vond de aankondiging terug:

Thema Cement, de samenhang in Vrijburg

Het rommelt in de kerken, dus ook in Vrijburg. Vermindert de samenhang doordat Vrijburg minder geld te besteden heeft en professionals verdwijnen? Zijn enkelen dan verantwoordelijk voor die samenhang of is de gemeenschap dat als geheel? Maar hoe dan? Of profileren we ons als groep te onduidelijk waardoor de samenhang, het cement te weinig bindt? Of is het alleen maar doemdenken dat onze tijd ver-individualiseert, losraakt van de samenhang?
Deze ‘24uur’ spreken en doen we van alles rondom dit soort ‘cement vragen’. Zaterdagmiddag workshops, zaterdagavond een gemoedelijk samenzijn met film en zondag een afsluiting met kerkdienst en koffie met cementkoek toe…

zaterdag 28 mei

13.00 u. Inleiding op het thema door de voorbereidingsgroep
14.00 u. Workshops: De toren van Babel (doe-groep in vreemde talen)
De Bijbel (een boek als cement of een boek als splijtzwam), sport en hypes
(het moderne verlangen naar saamhorigheid)? (praat-groep)
Fotograferen (doe-groep zonder woorden)
16.00 u. Zingen. O.l.v. Leenke de Lege gaan we lekker zingen. Een aantal liederen zijn voor de zondag.
17.30 u. Napraten over de workshops onder een glaasje en een hapje
18.30 u. Diner (Géén cement!)
20.30 u. Film Babel van regisseur Gérard Pullicino
22.00 u. Napraten van de dag en voorpraten voor de zondagsdienst.
Slapen voor wie dat wil

zondag 29 mei

09.00 u. Ontbijt
10.30 u. Kerkdienst met koffie, thee en cementkoek toe.

Ik herinner me dat we een prachtige 24 uur hadden. We maakten foto’s, maakten teksten op een lied, spraken over het thema Cement. En als er in dit weekend cement werd ervaren, was het wel tussen de mensen die deelnamen aan deze dagen. En die straalde uit op de mensen die zondag in de kerk zaten.

Ik weet niet of je er ooit bij was, maar rondom het bezoek van onze partnergemeenten organiseerde ik ook altijd een soort avontuur-dienst. In de dagen voor de zondag toverden we de kerkzaal om in een mix van café, huiskamer, eetzaal, workshopruimte, computerzaal en theater (zie foto). Op de zondagochtend lieten we de inrichting van de dagen ervoor zo veel mogelijk in tact; die had zich ontwikkeld door de vele activiteiten die zich er hadden afgespeeld, de kerkzaal was gaan ‘leven’ in die dagen. Ook voor mensen die nooit naar een kerkdienst gingen was die zaal op eens een thuisplek geworden. En in de dienst zaten dan ook vele jongeren in de zithoeken te ‘chillen’. Voor mij eigenlijk de gedroomde kerkdiensten. Zoals iedereen zich vrij kan bewegen in Vrijburg, de groepen en activiteiten kan kiezen die bij hem of haar passen, kan zo ook iedereen de kerkdienst meemaken, vieren, op volstrekt eigen wijze. Koffie erbij, wat vertellen over wat men die dagen beleefde, wat laten zien, wat dromen en wat beleven in gezamenlijkheid; maar wel alles op je eigen manier.

Met hartelijke groet,
Dik

 

Jouw reactie:

Op 22 januari van dit jaar (2005) werd in deze kerk een symposium gehouden met als titel “Vrijheid, het hoogste goed”. In een van de workshops vertelde Judith Belinfante toen over de rol van solidariteit als het cement voor vrijheid. Cement wordt vaak in overdrachtelijke zin gebruikt als het gaat over factoren die van belang zijn voor samenhang tussen mensen. Met name gaat het dan over krachten met een positieve invloed op de manier waarop mensen met elkaar samenleven. Kennelijk heeft cement een positief effect. Dat beeld heeft de mensen die vandaag deze dienst hebben voorbereid aan het denken gezet, en elk van ons zal daar op eigen manier over vertellen.

Zelf heb ik nagedacht over het materiaal cement. Cement is een onogelijk grijs poeder, dat ontstaat bij hoge verhitting van bepaalde aarde, het zogenaamde sinteren. Wanneer dat poeder wordt vermengd met zand en water ontstaat mortel of metselspecie, waarmee stenen aan elkaar geplakt kunnen worden. Dat principe gebruikt de mens al heel lang. Toch werd in de oudheid op een andere manier gebouwd. Bij de oude Egyptenaren bijvoorbeeld werden grote blokken steen zodanig afgeslepen, dat ze precies op elkaar pasten. Een bindmiddel was daarbij niet meer nodig. Hoewel de Romeinen al een soort cement gebruikten voor de bouw van huizen en de aanleg van wegen, is pas later de kwaliteit van cement zodanig verbeterd dat met relatief kleine stenen zeer grote huizen en gebouwen konden worden gebouwd. Voorwaarde daarbij is wel dat de mortel voldoende grip kan krijgen op de gebruikte steen. Wanneer die te hard en onaantastbaar is, zoals bij blokken graniet, dan valt het bouwwerk weer snel uiteen.

Begin negentiende eeuw werd in Engeland het zogenaamde Portlandcement uitgevonden, en vanaf dat moment is de snelheid van bouwen steeds verder toegenomen. Men begon steeds grotere blokken steen aan elkaar te hechten, zodat sneller en goedkoper gebouwd kon worden. Dat proces heeft zich in twee richtingen verder ontwikkeld. Aan de ene kant worden kant en klare wanden en vloerdelen in elkaar geschoven, aan de andere kant wordt ter plaatse met beton de vereiste constructie gemaakt. Net als metselspecie is beton een mengsel van cement en zand, maar door gebruik van metalen bewapening zijn bakstenen niet meer nodig. In feite hebben piepkleine zandkorrels hun rol overgenomen. Het voordeel is dat die zandkorrels niet meer één voor één verwerkt hoeven te worden, maar naar hun plaats van bestemming verpompt kunnen worden. Maar met de komst van prefab-blokken, en met de toepassing van beton, verdween steeds meer de directe mensenlijke betrokkenheid bij het bij elkaar brengen van de bouwstenen. Het gevolg is dat huizen en gebouwen als paddestoelen uit de grond schieten, maar mensen voelen zich daarin niet prettig meer. Sedert begin jaren tachtig van de vorige eeuw wordt zelfs het sick-building syndroom formeel als ziekte erkend. Mensen worden ziek van het verblijf in moderne gebouwen, en zoeken hun toevlucht tot de oudere huizen, die nog met baksteen en cement in elkaar werden gezet.

Kennelijk hebben die gebouwen een andere uitstraling. En wellicht heeft dat te maken met de zorg en de aandacht die werd besteed om de bakstenen op een zodanige manier met elkaar te verbinden dat een stevig gebouw kon ontstaan.

Ik denk dat die ontwikkeling te vergelijken is met de groei van ons onbehagen in de wereld waarin wij leven. De samenhang lijkt steeds minder samenhang te vertonen. In de bouw kan zo’n ontwikkeling op twee manieren veroorzaakt worden. Aan de ene kant doordat slecht cement gebruikt is, dat niet voldoende hechtingskracht bezit. Aan de andere kant kan een slechte hechting veroorzaakt worden doordat de gebruikte stenen te glad en onaantastbaar zijn, zodat het cement er geen grip meer op heeft. Zoals in het gedicht van Wislawa Szymborska:

‘Ga weg,’ zegt de steen.
‘Ik ben hermetisch gesloten.
Zelfs aan stukken geslagen
zullen we hermetisch gesloten blijven.
Zelfs fijngewreven tot zand
zullen we niemand binnenlaten.’

Het nut van een steen is gelegen in zijn hardheid, die de basis vormt van een gebouw. Maar een steen die zo hard is dat hij niet meer met cement kan worden ingemetseld is voor een bouwwerk onbruikbaar. In tegenstelling tot stenen hebben wij mensen de mogelijkheid om te kiezen hoe we willen zijn: hard en ontoegankelijk, of meer poreus, zodat cement grip op ons kan krijgen. Het leuke van dit inzicht is dat wij dus zelf kunnen kiezen of we onderdeel willen uitmaken van het bouwwerk van onze samenleving of niet.

Afbeelding 1 Afbeelding 2
GrensVrijheid