Home
Pasen
GrensVrijheid
De brieven

Beste G, T,

In 1984, zo tegen pasen, maakten we een toneelstuk met als titel ‘In opstand tegen de verstening’ en jij deed mee. Ons uitgangspunt was, dat opstaan (Jezus staat op met pasen) ook een vorm van opstand is, opstand tegen allerlei vastgeroeste zaken in de wereld die volgens ons dan ook hoognodig aan ‘bevrijding’ toe waren. Het werd een scene-voorstelling waarbij kwesties als school, kerk, gevangenschap, oorlog en kolonialisme aangekaart werden. Het laatste was de aanleiding om het toenmalige Van Heutz monument aan te pakken. We pakten het beeld in crêpepapier in, met ladders beklommen. We filmden deze scene en werd samen met andere wat meer abstracte videobeelden ingevoegd in het toneelstuk. We speelden het een aantal keer. De opvoering werd gefilmd en samen met een interview voor radio Mokum opgenomen.

Pasen heeft me altijd gefascineerd en ik schreef er dan ook vaker over, zoals hier: Al weer jaren geleden bezocht ik een oude vulkaan in Griekenland. Kenners hadden me verzekerd dat er vele fossielen te vinden waren en zelfs geoden. En het bijzondere aan deze wonderen van miljoenen jaren geleden was, dat ze nog steeds verborgen zaten in ogenschijnlijk onooglijke stenen; geheime schoonheden. Ik deed dus mijn uiterste best wat stenen te splijten en ze zo hun geheime pracht te ontfutselen, maar zonder resultaat. Het bleven grijze ongenaakbare keien.

De volgende dag, het was een zondag, bezocht ik een oud klooster dat tegen een rotswand leek geplakt met schitterend zicht op zee. In de hal van het complex waren enkele tientallen toeristen. Na enige tijd werden we toegelaten tot de voorruimte van de kerk waar als welkomstdrankje een glas Raki werd aangeboden. Het was een bijzondere zondag, bleek al snel, want het was Pasen, Orthodox Pasen om precies te zijn, dat enkele weken eerder wordt gevierd dan ons Paasfeest. En dat feest moest gevierd worden, natuurlijk met Raki. Het drankje was sterk, iets tussen Jenever en Pernod in en uit de reactie van andere bezoekers bleek al snel dat er zich meer Nederlanders in de ruimte bevonden. Mijn landgenoten vonden het maar vreemd dat je drankjes uitdeelt ‘terwijl Jezus toch juist dood was’. Weer buiten de kerk sprak ik mijn landgenoten aan en legde ze uit dat Pasen nu juist niet gaat over de dood van Jezus maar over zijn opstanding. ‘Opstaan, daarmee kan je bedoelen dat je het niet meer accepteert dat er nog mensen zinloos sterven in oorlogen en door geweld; of dat je beseft dat je moet gaan leven, genieten van al het moois in de wereld; of dat je je gaat inzetten voor het milieu of voor zielepieten; en in het Bijbelverhaal over Pasen staat dat de afsluitsteen van het graf was weggerold, wat betekent dat opstaan ook wil zeggen dat je niet meer opgesloten bent maar vrij bent en open’. Zoiets zei ik. Er viel een ongemakkelijke stilte. Ze begrepen me niet helemaal denk ik, maar ze vroegen me wel of ik al in de oude vulkaankrater was geweest. We spraken er de volgende dag af, ik wilde mijn geluk nog wel eens beproeven.

Ze waren er al, toen ik over de rand van de oude krater klom. Er lagen een paar flink grote stenen op de vele keitjes die de krater vormden en zonder veel woorden begonnen we in een gezamenlijke actie een van die enorme stenen te duwen. Na enige tijd begon er beweging in te komen en we kregen hem zowaar een meter verder gerold. Gelijktijdig viel ons oog op iets stralends blauw. We bogen ons voorzichtig voorover en ik pakte de twee helften van een gespleten steen op, een geode die door het gewicht van de enorme steen was gespleten, zich zojuist haar schoonheid voor ons had geopend. ‘Jezus, wat mooi’ mompelde ik. De anderen vroegen wat ik zei, maar ik liet de helften nog eens goed aan iedereen zien, in stilte, ik maakte er een foto van en gaf ze aan de twee andere gezinnen. ‘Pasen’, zei ik, ‘dit is zoiets als Pasen’.

Met hartelijke groet, Dik

Afbeelding 1 Afbeelding 2 Video 1
GrensVrijheid