Home
Reizen
GrensVrijheid
De brieven

Beste M, T,

Eindelijk sprak ik weer eens met mijn Turkse buurman. Al lang had ik hem alleen maar goeiedag gezegd, maar omdat ik zijn vrouw al lang niet meer had gezien, sprak ik hem aan. Hij zei dat zijn vrouw bij hem was weggegaan, dat hijzelf daar ook wel schuld aan had, maar dat hij zijn leven weer nieuw probeerde vorm te geven. Ik was geroerd door zijn openheid. Ik vertelde hem dat ik binnenkort opa zou worden en hij dat hij dat al een paar jaar met veel plezier was. Verder vertelde hij enthousiast over Turkije, zijn prachtige geboorteland. Ik werd er door aangestoken en besloot dat ik er toch ook eindelijk eens heen moet.

Is het nodig om ver weg te gaan, naar verre landen te reizen, om daar een nieuwe ervaring op te doen, daar je horizon te verleggen? Je zou het haast wel denken als je de reclames ziet van reisbureaus, van vakantie- en wandelbeurzen. Maar we weten natuurlijk ook dat het niet waar is. Hoe veel waarde hechten we aan het contact met de ‘plaatselijke bevolking’ als we op reis zijn, en terecht! Maar hoe vaak nemen we de tijd om eens met een voor ons min of meer vreemde op straat of bij de bakker een praatje aan te knopen, oprecht belangstelling te hebben voor zijn of haar leven in dezelfde stad als waar ik leef? Zelfs van mijn buren weet ik vaak minder dan van menig inwoner van Albanië, Moldavië of Kaliningrad.

En toch ben ik overtuigd reiziger. Ik denk dat het twee verschillende dingen zijn: contact met anderen en reizen. En toch liggen ze in elkaars verlengde. Het mooie van contact leggen met anderen is, dat het overal en nu kan, je hoeft er niet voor te reizen. Als je reist, kom je in een andere wereld terecht, je betreedt een nieuwe wereld. Je opvattingen over jezelf, de ander, geloof en leven worden op de proef gesteld. Je hersenen worden ‘opgerekt’, àls je bereid bent open te staan voor die veranderingen, voor dat nieuwe. En voor die bereidheid is een inzicht nodig, een inzicht dat we kunnen krijgen in het contact met een ander bijvoorbeeld, zoals Paulus dat kreeg door het visioen dat hij moest ophouden met bestrijden, maar moest gaan reizen… naar Turkije. Ik wens zo’n inzicht en de daaropvolgende reis iedereen toe.

Mijn oog viel enige tijd geleden op een artikeltje in Trouw over een (kleine) crimineel die een badpak onder zijn kleding aandeed om zo ongemerkt mogelijk spullen te kunnen stelen; een badpak zit lekker strak en verdoezelt de gestolen waar op het lichaam. En prominent wordt gemeld dat het om een Roemeen gaat die graag in Nederland wil blijven wonen. “Maar daar past zo’n gedrag van stelen niet bij”, zegt dan de rechter.

Dit artikeltje roept het overbekende beeld op van de Roemeen die naar Nederland komt om te stelen; het beeld van de criminele Roemeen, het stigma van bepaalde bevolkingsgroepen die nu eenmaal crimineel zijn. Het aardige van reizen is, dat vooroordelen op zijn kop gezet worden. En zo is dat met Roemenen; Ik heb in mijn reizen met jongeren naar Roemenië nooit vervelende ervaringen gehad. In Roemenië ontmoetten we eens twee jonge mannen die veel over hun land vertelden. Waar het mooi was, waar je beren kon zien en vooral waar je voor op moest passen: Bulgaren! Die moest je mijden, want als je die tegenkwam dan was je meteen je geld kwijt.

We moeten nodig eens naar Bulgarije om te horen voor welke mensen je moet oppassen. Voorlopig pas ik op voor mensen die mij vertellen voor wie ik moet oppassen.

Met hartelijke groet, Dik

Afbeelding 1 Video 1
GrensVrijheid