Home
jeugdwerk
GrensVrijheid
De brieven

Beste Nanne, Bart, Klaas, Adri, Joke en Harry,

Mijn pensioen is een mooie gelegenheid jullie nog eens te schrijven over onze jeugdwerkprincipes die we in de loop van de tijd, steeds weer met een of meer van jullie ontwikkelden, uitbouwden, actualiseerden en vooral handen en voeten gaven in de praktijk van het jeugdwerk van alle dag.

Met Klaas maakte ik bij zijn afscheid in 1990 een film ‘het testament van Klaas’. Veel van onze uitgangspunten komen daarin terug; altijd leuk om weer eens naar te kijken. Als onderwijzer en al tijdens mijn opleiding daartoe werd ik gegrepen door de principes van pedagoog C. Freinet. Hij was een radicale onderwijs vernieuwer die wars van alle regelgeving koos voor de kinderen. Hij nam ze compromisloos serieus en ontwikkelde een onderwijsmethode die hij geen methode wilde noemen, omdat een methode statisch is en kinderen dat nooit zijn. Hij heeft mijn ideeën over hoe je met kinderen en jongeren moet omgaan definitief richting gegeven.

Een van de anekdotes over zijn leven en werk is exemplarisch voor de hele Freinet-pedagogiek: Freinet was jonge onderwijzer op een dorpsschooltje in Frankrijk waar hij moeite had orde te houden. Orde houden was een probleem, maar ook kinderen motiveren om te leren. Hij bedacht van alles maar zijn leerlingen leken vooral geïnteresseerd in rotzooi schoppen. Op een ochtend had hij zich verslapen. Hij haastte zich naar school maar kwam een half uur te laat. Onderweg zag hij het al voor zich: de klas half afgebroken, krijsende kinderen die al helemaal niet meer in de hand te houden zijn de rest van de dag. Op afstand hoorde hij het al: lawaai. Toen hij met bevende knieën de klas in kwam en met bulderende stem om orde wilde vragen zag hij dat alle banken en stoelen aan de kant geschoven waren en alle kinderen in groepen bij elkaar op de grond lagen; ze moedigden iets aan… sommigen hadden een papier en een pen in de hand en sommigen keken op de klok. Er werd geen enkele aandacht aan hem besteed, hij werd niet eens gezien. Beter kijkend zag hij dat er te midden van elk groepje een slak kroop. Hij was midden in een slakkenrace terechtgekomen. En langzamerhand werd hij ook gegrepen door het gebeuren en lag hij ook op de grond en moedigde een van de slakken aan. De winnaar werd gelauwerd en de tijden werden genoteerd, de gemiddelde snelheid uitgerekend en het geld van de weddenschap verdeeld. Vanaf die dag ging alles anders in de klas van Freinet. De reken- en taalboekjes verdwenen uit de kast en er werd alleen nog maar vanuit de ervaringen van de kinderen gewerkt. Methoden werden überhaupt verbannen, en regels werden ter discussie gesteld.

De kinderen werden centraal gesteld, geen gezag, geen systeem, geen regel ging meer boven de kinderen, boven de mens. Ik werd gedreven om jongeren zó te zien, met ze mee te lopen, met ze mee te leven. Langzaam maar zeker besefte ik dat deze onderwijs’methode’ wel eens breder toepasbaar zou kunnen zijn en ging ik als vrijwilliger kampjes leiden op de manier van Freinet. Steeds weer zetten we een creatief proces in gang bij de voorbereidingen, nooit deden we hetzelfde. Wel gingen we altijd uit van wat de deelnemers inbrachten, zetten we ook bij hen een creatief proces op gang en lieten we zien dat niet de autoriteit (macht) van de leiding het programma bepaalt, maar dat de jongeren dat zelf kunnen. Dat wij met ze meelopen voor een goed gesprek, een nieuw inzicht, een steuntje bij het struikelen of ‘een kusje op een zere plek’. Maar ook omgekeerd hebben we ervaren hoe veel nieuwe inzichten de jongeren ons aanreikten. En daarvoor werkten we in onszelf aan openheid en aan het afbouwen van oordelen.

Tien jaar geleden kwam ik er bij toeval achter dat er in Friesland plekken zijn waar de verkeersregels waren afgeschaft. En dat er in Groningen een instituut is, verbonden aan de Universiteit Groningen, waar dit fenomeen bestudeerd wordt. Shared Space genaamd, een andere kijk op de openbare ruimte.

Op het Laweiplein in Drachten kijk ik naar het verkeer. Er is geen verkeersbord te bekennen en het onderscheid tussen weg, fiets- en voetpad is verdwenen. Er is nog iets van een rotonde te onderscheiden. Even verderop is een kruispunt waar alles open is, geen gescheiden gebieden voor de verschillende weggebruikers, net als in het verderop gelegen Oosterwolde. In Makkinga staat zelfs onder het plaatsnaambord ‘verkeersbordvrij!!’. In Friesland heeft men o.l.v. verkeersdeskundige Hans Monderman ontdekt dat verkeer zonder regels veiliger is. Er zijn minder verkeersongevallen en bij ongevallen is er minder letsel. De conclusie is, dat doordat er geen regel is, verkeersdeelnemers beter opletten en, vooral, beter op de mens achter het stuur en op de fiets gaan letten. De verkeersregel stimuleerde de anonimiteit in het verkeer, er werd gedacht in auto’s en fietsen en niet in de mens er in of op. De verkeersregelloze situatie dwingt de weggebruiker op zijn mede weggebruiker te letten. Wat doet hij, kijkt ze wel, enz. Op het Laweiplein zie ik iedereen handen uitsteken, zwaaien en goed opletten. Mensen bedanken elkaar zelfs en groeten elkaar. Zo’n 100 meter voor de kruising verandert de straatstructuur. Het asfalt wordt verhoogd en gaat over in gekleurde klinkers, de weg wordt smaller, belijning verdwijnt, trottoir valt samen met fietspad en rijstrook. Hoe langer ik op het plein kijk, hoe beter ik kan zien hoe doorslaggevend de wijziging van de straatordening is op het gedrag van de verkeersdeelnemers. De verandering maakt alert, creëert bewustzijn dat er iets anders gaande is dan normaal. En dan gaat het, men ziet elkaar als mens i.p.v. als voertuig, de menselijkheid terug in het verkeer. Een fascinerende gewaarwording. Het dringt tot mij door dat verkeer zonder regels een maatschappijvisie is. Die zou je met kunstenaar Constant kunnen noemen “de collectieve creativiteit en de verbeeldingskracht van de utopie” of met Mondriaan “de utopie van een samenhangende levensruimte”. Of in onze taal ‘het Rijk van god’.

Het Verkeer zonder Regels functioneert dankzij De Verrassing, even de wereld op z’n kop, bewustwording. Tegenwerping tegen het regelloze verkeer is hoe we de zwakke verkeersdeelnemers kunnen beschermen. En dat raakt mijn hart; ik wil ook de zwakken beschermen. Toch is dat niet de vraag waar het om zou moeten gaan; dat is politiek. Hier gaat het om de vraag hoe we de zwakken stèrk maken, hoe we de zwakken bevrijden zodat ze hun eigen energie weer terug vinden. De sterken zullen ‘de wereld op z’n kop’ ervaren als een foute keus. En daarmee zijn we naar mijn mening in de kern van de bijbelse boodschap terecht gekomen. Vrijheid, vrij komen van een keurslijf, bevrijd zijn van een slavenbestaan. Als dat voor iedereen zou gelden, is het Rijk van God aangebroken.

Of, zoals Anna Enquist het verwoordt:

Ontsnappen In de kooi van dag en nacht, de kooi van de boodschappen, blikjes bier, de betere baan.

In de kooi van het fotoalbum, van de liefde. In de kunstkooi, in de kooi van het weten:

Sta op, grijp de tralies, haal de diepste adem en scheur je hart uiteen.

Dit gedicht gaat hier over. Hoe kan je ontsnappen aan dat gevoel van gevangenschap in je persoonlijke leven en hoe kunnen we in onze wereld daaraan ontsnappen? Eigenlijk zegt Enquist: open je hart. En dat dat niet makkelijk is, blijkt wel uit die laatste regels: Sta op, grijp de tralies, haal de diepste adem en scheur je hart uiteen. Je vrijheid kan je alleen zelf veroveren… door je hart te openen. En niet door allerlei kunstgrepen uit te halen, vrij te lijken. En kunnen we elkaar bij helpendatzelfde te doen; maar altijd door eerst je eigen hart te openen. In de tweede Korintiersbrief staat: “Waar de Geest van God is, daar is vrijheid”. En in de Jakobusbrief komt de tekst voor: “Wie zich daarentegen spiegelt in de volmaakte wet die vrijheid brengt, en dat blijft doen, niet als iemand die hoort en vergeet, maar als iemand die ernaar handelt – hem valt geluk ten deel, juist om wat hij doet”. De volmaakte wet is er een die vrijheid geeft. Gij zult vrij zijn. Het is een wet die ons menszijn volledig tot zijn recht laat komen: verantwoordelijkheid voor je eigen leven nemen èn die voor elkaar. Het is een sterk beeld: Jezus houdt een spiegel vast en laat ons er in kijken: Dat ben jij en je bent vrij, je hoeft je niet anders voor te doen dan je bent. En als je dat doet, dan hoeft de ander dat dus ook niet te doen; dat is verantwoordelijkheid nemen voor de ander: ook jij bent vrij.

Voor het jeugdwerk ontwikkelden we de laatste jaren meer nog aan een derde element, Vertrouwen. Daarmee is het jeugdwerk nu gebaseerd op het ‘tripple V principe’. Vrijheid, Verantwoordelijkheid en Vertrouwen. Het interessante is, dat vertrouwen eigenlijk altijd al een van de basiskenmerken van het sleutelhouderssysteem was. Al sinds 1978 hanteren we dit systeem, waar zo’n 25 jongeren een sleutel krijgen van de jongerenruimte. Aanvankelijk de Singelkelder en na de sluiting daarvan, de Kelder onder Vrijburg. Met de overhandiging van die sleutel geven we vrijheid, verantwoordelijkheid en vertrouwen. Door de regellust van onze samenleving, die uit angst voortkomt, is echter veel van het basisvertrouwen in elkaar verloren gegaan. We bewegen mee met wat we tegenkomen, wat we zien en beleven, zonder ons te verzetten, in het vertrouwen dat het ons iets goeds, iets moois zal brengen. Er zit een tegenspraak in. Het is twijfel en vertrouwen. Twijfel of het kan, deze weg in de wereld, deze weg van alles aanvaarden, geen waardeoordelen aanleggen in wat je ziet, twijfel, maar deze twijfel wordt tot een prachtspel in ons werk met jongeren. Juist omdat we de tegenstellingen laten bestaan, vallen ze samen, wordt het mooi. Een soort oervertrouwen zou ik het willen noemen. Het is het tegenovergestelde van angst, waar veel wetten op zijn gebaseerd. Vertrouwen is het buitenwerking zetten van de wereldse wetten, de angst; het is de goddelijke wet, de wet van de vrijheid en het vertrouwen.

Toch zit er een scherp kantje aan dit vertrouwen, want vertrouwen kan je pas krijgen uit ervaring. En die ervaring kan je teleurstellen; inbrekers, moordenaars, extremisten. Inderdaad, dat zijn niet te onderschatten gevaren. Maar moeten we op die ervaringen, op die uitzonderingen onze levens bouwen, onze samenleving organiseren? Kinderen die de eerste stapjes zetten, ervaren op een gegeven moment dat ze niet omvallen, en precies die ervaring geeft ze vertrouwen dat ze rechtop kunnen blijven staan, dat ze kunnen gaan lopen. En zo verlopen veel van onze leerprocessen in ons leven. Met vallen en opstaan krijgen we vertrouwen. Eerst is er twijfel, dan pas het vertrouwen; dat proces van leren lopen is een bewijs. En uiteindelijk is twijfel het uitgangspunt van vertrouwen, en vervolgens van vrijheid. Misschien is die twijfel wel de ultieme manier van vrijheid beleven. Niets vastleggen, niets uitsluiten. Kijken, meegaan, ervaren, en dan beleef je de vrijheid die ons die twijfel aanreikt.

En aangezien vertrouwen de laatste jaren minder vanzelfsprekend is geworden is het des te belangrijker die sterker te funderen in ons werk. Juist de twijfel die we hebben, geeft ons de vrijheid echt naar een ander te luisteren, niet de ander willen overtuigen van ons gelijk, als een dolle ons einddoel willen halen, waardoor we niet meer kunnen zien dat er meer is dan we dachten. Dat juist onze twijfel zorgt dat we op zoek blijven naar gods koninkrijk en niet vervallen in de zelfgenoegzaamheid van de zeker wetende gelovige. In het dagelijkse leven wil dat zeggen dat we wederzijds onze twijfels mogen uitspreken. We zijn gauw geneigd om als iemand twijfels uitspreekt een oplossing te bedenken, maar ik denk dat die ander eerder behoefte heeft om ook onze twijfels te horen dan onze oplossing. Stoei eerst eens met elkaars twijfel, i.p.v. te discussiëren over oplossingen. Stel elkaar vervolgens vragen, om dichter bij die twijfels te komen. Het opent niet alleen ons hart voor elkaar, maar het zal een creatief proces in werking zetten. Precies het uitgangspunt van ons werk, 40 jaar geleden; en nog steeds. Dat geeft vertrouwen in de toekomst, een toekomst waarin we samen de oplossingen zullen vinden voor de grote wereldproblemen en onze kleine dagelijkse vraagstukken. Vrijheid, Verantwoordelijkheid en Vertrouwen dus.

Met een hartelijke groet, Dik

GrensVrijheid